De twintigste eeuw is de eeuw van de vooruitgang. Ook letterlijk. De leefwereld van de mensen was in het begin van de eeuw klein. Met dagen van 10 tot 12 werkuren was er weinig tijd over voor vermaak of reizen. Bovendien waren de mogelijkheden van transport kleiner dan nu.
Aan het eind van de twintigste eeuw was dit alles heel anders: er was meer welvaart, vrije tijd en mogelijkheden. De technologie had voor betere, snellere, goedkopere en leukere manieren van reizen gezorgd. Auto’s, motoren en bromfietsen werden steeds betaalbaarder en daarmee bereikbaar voor ieders budget. Door het toenemen van de vrije tijd konden nu reizen ondernomen worden tot ver over de landsgrenzen, al dan niet een caravan meesleurend.
Het Museum van de 20e Eeuw heeft een presentatie gemaakt die over dit onderwerp gaat. Allerlei onderwerpen komen daarbij aan bod: van de rol van de brommer op de jeugdcultuur tot het straalvliegtuig en van bermtoerisme tot een futuristische kunststoffen fiets.